Als je ziek bent ga je naar de huisarts.
De huisarts onderzoekt je en geeft raad.
De huisarts kan medicijnen voorschrijven.
Je krijgt dan een recept.
Met dat recept ga je naar de apotheek om de medicijnen te halen.
De huisarts kan je ook doorverwijzen naar het ziekenhuis.
Daar werken artsen, die veel kennis hebben op een bepaald gebied.
Voorbeelden: oogarts, longarts, internist, cardioloog.
De huisarts verwijst ook vaak naar een fysiotherapeut.
Die helpt je als je last hebt van spieren of gewrichten.
Met babies en kleine kinderen ga je naar het consultatiebureau.
Daar krijgen kinderen hun eerste vaccinaties.
Als je last hebt van je tanden, ga je naar de tandarts.
De gezondheidszorg kost veel geld.
De kosten hoef je niet helemaal zelf te betalen.
Je bent verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij.
Een deel van de kosten - het eigen risico - betaal je zelf.
De huisarts is altijd helemaal gratis.