In de supermarkt

Je bent in de supermarkt en zoekt een van hier getoonde producten. Omdat je het niet kunt vinden, vraag je aan een medewerker waar het product staat.
[ Vraag stellen.]



Bekijk het product en beantwoord de volgende vragen.

Je komt bij de kassa en moet afrekenen. De kassabediende stelt een aantal vragen. Geef antwoord in goed Nederlands.